1887

OECD Multilingual Summaries

Perspectives on Global Development 2013. Industrial Policies in a Changing World

Summary in Dutch

Cover
Read the full book on:
10.1787/persp_glob_dev-2013-en

Perspectief op de wereldwijde ontwikkeling 2013. Het industriële beleid in een veranderende wereld

Samenvatting in het Nederlands

  • De afgelopen twintig jaar is het zwaartepunt van de wereldwijde economie naar Azië en het Zuiden verschoven. Sinds medio jaren 1990 is de groei van het BNP in grote, dichtbevolkte landen met gemiddelde inkomens veel sterker geweest dan in OESO‑landen.
  • Ondanks de recente economische teruggang is deze welvaartsverschuiving een structureel fenomeen geworden dat de economische ontwikkeling zal aansturen.
  • Tegen deze achtergrond hebben de meeste opkomende landen hun macro‑economisch management verbeterd en zijn begonnen met de toepassing van industriële beleidsbepalingen om de structurele problemen op de lange termijn aan te pakken.

Deze wereldwijde economische verandering creëert voor beleidsbepalers in opkomende landen zowel kansen als problemen. De nieuwe soorten BDI (buitenlandse directe investeringen) en de verschuiving van activiteiten met een hoge toegevoegde waarde die eerder alleen in ontwikkelde landen plaatsvonden, bieden nieuwe leer‑ en innovatiekansen en de mogelijkheid om nieuwe activiteiten te ontplooien en sectoren te ontsluiten. Tegelijkertijd ontsluiten de groei van de nieuwe 'middle classes' ook nieuwe markten. De ontwikkeling van producten en diensten voor deze nieuwe consumenten en de aanpassing van bestaande producten aan de lokale behoeften, kunnen incentives zijn om de binnenlandse productie te diversifiëren en upgraden. Maar de concurrentie is intensief en wordt steeds sterker, wat bedrijven aanzet hun innovatieve capaciteiten snel uit te breiden om deze nieuwe klanten te bereiken.

De vraag of landen deze kansen kunnen benutten en deze uitdagingen kunnen aanpakken, hangt af van verschillende factoren, zoals de natuurlijke hulpbronnen van het land, de grootte, de mate van integratie op de wereldmarkt en de beleidsaanpak. Landen die over veel natuurlijke hulpbronnen beschikken zullen bijvoorbeeld profiteren van de betere handelsvoorwaarden, maar zullen het moeilijk vinden om in nieuwe activiteiten te investeren, de productie te stimuleren en hun export te diversifiëren. Sommige van deze landen proberen de beschikbare inkomsten beter in te zetten voor de financiering van hun industriële en regionale ontwikkeling. Verder kunnen kleine landen die deel uitmaken van wereldwijde waardeketens profiteren van de nieuwe BDI‑initiatieven en nieuwe banden ontwikkelen met de lokale economie, zolang ze over een effectief infrastructuur‑ en vaardighedenbeleid beschikken. Tot slot profiteren grote landen van de toename van de binnenlandse vraag voor hun economische groei en proberen ze nieuwe partnerships te vormen met buitenlandse bedrijven om de technologische kennisoverdracht en extra activiteiten voor hun bedrijven te stimuleren.

De afgelopen tien jaar hebben veel opkomende landen opnieuw belangstelling voor hun industrieel beleid gekregen. Ze proberen te diversifiëren en nieuwe sectoren en activiteiten te ontsluiten, en hun binnenlandse productie te verbeteren. De transformatie van productiestructuren maakt steeds vaker deel uit van deze strategieën die gericht zijn op duurzame en inclusieve groei. Landen zoals Brazilië, China, India en Zuid‑Afrika gebruiken programma's zoals sectoriële technologie fondsen en openbare aankoop om de innovatie te financieren en te verbeteren en prioriteiten voor hun productie‑upgrades vast te stellen. Deze landen moedigen ook nieuwe bedrijven aan, vooral start‑ups in de informatie‑ en communicatietechnologiesector. Sommige landen, zoals Brazilië, Marokko en India gebruiken BDI steeds vaker als een hupmiddel om innovatie en industriële verbetering aan te wakkeren, door de promotie van nieuwe banden tussen multinationale ondernemingen en lokale bedrijven. Ze doen dit ook door de voorkeur te geven aan meer kennisintensieve activiteiten, die ook de binnenlandse economie kunnen versterken. Andere landen onderzoeken nieuwe manieren om het concurrentievermogen van bestaande bedrijven te versterken door de ontwikkeling van clusters en verticale concentraties. Tot slot creëert het streven naar duurzame ontwikkeling nieuwe kansen voor geavanceerde technologieën en milieuvriendelijke zakelijke modellen.

Bij de ontwikkeling en implementatie van hun industriële ontwikkelingsbeleid moeten opkomende landen meerdere hindernissen overbruggen, zoals de aanwezige vaardigheden, financiering voor innovatie en het MKB, evenals de harde en zachte infrastructuur. De meeste van deze landen ontwikkelen nieuwe strategieën waarmee investeringen worden gebundeld om zodoende verschillende problemen op te lossen en te profiteren van de synergie van publieke activiteiten op verschillende vlakken. De voornaamste focusgebieden staan hieronder vermeld.

  • Wil een industrie zich ontwikkelen door de stimulering van innovatie dan zijn goed opgeleide arbeidskrachten nodig. Een grote investering in onderwijs garandeert echter niet dat de verworven vaardigheden altijd voldoen aan de behoeften van de productiesector of dat de arbeidskrachten op productieve wijze ingezet kunnen worden.
  • Investering in innovatie, de creatie van nieuwe bedrijven en een verhoging van de productiviteit in het MKB worden vaak belemmerd door een gebrek aan financiële middelen. Publieke financiële instellingen, met name ontwikkelingsbanken, intensiveren momenteel hun ondersteuning van deze activiteiten.
  • Onvoldoende infrastructuur belemmert ook het concurrentievermogen (ca. 60% van alle infrastructuur ter wereld bevindt zich in landen met hoge inkomens, 28% in landen met gemiddelde inkomens en 12% in landen lage inkomens). Opkomende landen begrijpen dat er niet alleen meer in infrastructuur geïnvesteerd moet worden, maar dat er ook betere beslissingen op dit vlak genomen moeten worden.

Het is van groot belang dat alle productiekansen en ‑problemen aangepakt worden. Natuurlijk kan een industrieel beleid op zich geen succes garanderen. Van cruciaal belang zijn de hulpmiddelen en capaciteiten om de beleidsbepalingen te implementeren, een commitment op de lange termijn en een goede controle. Ook belangrijk is de coördinatie van activiteiten op verschillende vlakken en het vermogen om activiteiten te staken als de doelstellingen niet worden gerealiseerd. Veel opkomende landen hebben te maken met hoge interne spanningen die de gewenste veranderingen voorkomen of vertragen. Feit is dat als de prijzen voor grondstoffen stijgen, de inzet om nieuwe activiteiten te ontwikkelen meestal betrekkelijk laag is. Verder is de kans op mislukking van het industriële beleid groot. Het vermogen van overheden om plannen te ontwikkelen wordt gehinderd door slechte informatie, activiteiten kunnen niet snel bijgestuurd worden, verwijdering van steun is moeilijk, omdat lobby's dat proberen te voorkomen. Daadkrachtige overheidsinstanties en incentive management programma's op basis van performance kunnen dergelijke risico's verminderen.

Tot slot wordt het industriële beleid zeer specifiek bepaald door de context en de tijd. Er bestaan echter ook enkele gemeenschappelijke vereisten voor industriële beleidsbepalingen in opkomende landen, zoals: i) een beter vermogen om informatie te verzamelen en te verwerken om diagnoses uit te voeren en prestatie‑indicatoren te definiëren; ii) ruimte voor dialoog met de privésector voor de ontwikkeling van partnerships en de creatie van synergieën in investeringen; en iii) coördinatie van de activiteiten van verschillende overheidsniveaus en op verschillende vlakken, zoals vaardigheden, infrastructuur en financiering op de lange termijn. Dit betekent dat het ontwerpen en implementeren van industriële beleidsbepalingen zal profiteren van een gestructureerde beleidsdialoog onder gelijkgezinde landen, zodat ze op basis van praktische ervaring de geleerde lessen en de kennis met elkaar kunnen delen.

In hoofdstuk 1 van dit rapport staat een overzicht van de welvaartsverschuiving, terwijl in hoofdstuk 2 de verschillende gevolgen daarvan voor opkomende landen worden besproken. Hoofdstuk 3 beschrijft de hernieuwde belangstelling voor het industriële beleid in opkomende landen en in hoofdstuk 4 komen de belangrijkste problemen aan de orde die gepaard gaan met de toepassing van dergelijke beleidsbepalingen. Hoofdstuk 5 behandelt het vaardigheidsprobleem in opkomende landen en hoe deze vaardigheden aan de industriële behoefte kunnen worden aangepast. Hoofdstuk 6 beschrijft de problemen die het MKB in opkomende landen en niet‑traditionele sectoren ondervinden bij het verkrijgen van financiering, en de nieuwe beleidsbepalingen die dit moeten aanpakken. Hoofdstuk 7 behandelt de bottlenecks van de infrastructuur en identificeert manieren om het beleidscyclusmanagement te identificeren, terwijl tot slot in hoofdstuk 8 de politieke en economische problemen rond de toepassing van industriële beleidsbepalingen aan de orde komen.

© OECD

Deze samenvatting is geen officiële OESO-vertaling.

Reproductie van deze samenvatting is toegestaan, mits het OESO-copyright en de titel van de oorspronkelijke publicatie worden vermeld.

Meertalige samenvattingen zijn vertaalde uittreksels van OESO-publicaties die oorspronkelijk in het Engels en Frans zijn gepubliceerd.

Deze zijn gratis te verkrijgen via de Online Bookshop van de OESO www.oecd.org/bookshop

Neem voor meer informatie contact op met de eenheid OECD Rights and Translation, Public Affairs and Communications Directorate op, [email protected] of per fax: +33 (0)1 45 24 99 30.

OECD Rights and Translation unit (PAC)
2 rue André-Pascal, 75116
Paris, France

Bezoek onze website www.oecd.org/rights

OECD

Read the complete English version on OECD iLibrary!

© OECD (2012), Perspectives on Global Development 2013. Industrial Policies in a Changing World, OECD Publishing.
doi: 10.1787/persp_glob_dev-2013-en

This is a required field
Please enter a valid email address
Approval was a Success
Invalid data
An Error Occurred
Approval was partially successful, following selected items could not be processed due to error