1887

OECD Multilingual Summaries

OECD Skills Outlook 2017

Skills and Global Value Chains

Summary in Dutch

Cover
Read the full book on:
10.1787/9789264273351-en

OESO Vooruitzichten voor vaardigheden 2017

Vaardigheden en wereldwijde waardeketens

Samenvatting in het Nederlands

De wereld is de afgelopen twintig jaar aan een nieuwe globaliseringsfase gestart die landen en werkers met nieuwe uitdagingen en kansen presenteert. Dankzij de sterke ontwikkelingen in informatietechnologie, is de productie nu geglobaliseerd en gefragmenteerd in zogenaamde wereldwijde waardeketens: werkers in verschillende landen leveren nu een bijdrage aan het ontwerp, de productie, marketing en verkoop van hetzelfde product. Gemiddeld in de OESO‑landen hangt een derde van de banen in de bedrijfssector af van de vraag vanuit het buitenland. Dertig procent van de exportwaarde in OESO‑landen wordt in het buitenland gegenereerd.

De gevolgen van wereldwijde waardeketens op economieën en maatschappijen zijn ingewikkelder, verspreider en meer onderling van elkaar afhankelijk dan eerdere globariseringsfasen. Er worden vraagtekens bij globalisatie gezet. Landen moeten meer moeite doen om ervoor te zorgen dat globalisatie voordelen heeft voor iedereen. Deze publicatie toont aan dat door te investeren in de vaardigheden van hun bevolking, landen ervoor kunnen zorgen dat hun deelname aan wereldwijde markten grotere economische en sociale voordelen biedt.

Vaardigheden zijn belangrijk voor globalisatie

Met hun vaardigheden kunnen landen in de wereldwijde markten integreren en specialiseren in de technologisch meest geavanceerde industrieën

  • Als de ontwikkeling van vaardigheden parallel loopt aan de deelname aan wereldwijde waardeketens, zien landen een grotere productiviteitstoename. Landen met de grootste toename van de deelname aan de wereldwijde waardeketens van 1995 tot 2011 hebben geprofiteerd van een extra jaarlijkse toename van de arbeidsproductiviteit. Deze extra toename varieert van 0,8 procent in industrieën met het kleinste potentieel voor productiefragmentatie tot 2,2 procent in industrieën met het grootste potentieel, zoals de vele high‑tech productie‑industrieën.
  • Voor integratie en groei in wereldwijde markten hebben industrieën werkers nodig die niet alleen over uitstekende cognitieve vaardigheden beschikken (zoals lezen, rekenen en problemen oplossen), maar ook over management‑ en communicatievaardigheden, in combinatie met leergierigheid. Voor een goede economische verspreiding van de productiviteitsgroei als gevolg van deelname aan de wereldwijde waardeketens, hebben alle bedrijven, dus ook kleine bedrijven, medewerkers met dergelijke vaardigheden nodig.
  • Willen landen zich in de technologisch meest geavanceerde industrieën specialiseren, dan hebben ze het volgende nodig:

– werkers met goede sociale en emotionele vaardigheden (zoals managen, communiceren, zelfstandig werken) als aanvulling op de cognitieve vaardigheden. Een land met een vaardigheidsmix die goed uitgelijnd is met de vereisten van technologisch geavanceerde industrieën, kunnen gemiddeld 10% beter in deze industrieën specialiseren dan andere landen.

– werkers met kwalificaties die een goede weergave zijn van hun vaardigheden. Veel technologisch geavanceerde industrieën vereisen dat hun werkers lange takenprocessen uitvoeren; een slechte prestatie in één individuele fase van dergelijke processen zal de waarde van de resultaten aanzienlijk reduceren. Landen met dergelijke werkers kunnen gemiddeld 2% meer in deze industrieën specialiseren dan landen met meer onzekere vaardigheidsresultaten.

Met vaardigheden zijn individuen beter bestand tegen de mogelijke negatieve gevolgen van wereldwijde waardeketens

  • Landen kunnen de risico's reduceren die werkers lopen als gevolg van offshoring, ofwel de verhuizing van productie naar andere landen, door in de ontwikkeling van vaardigheden te investeren. Het werk dat mensen doen en dus de vaardigheden die ze ontwikkelen, beïnvloeden ook de risico's die hun banen lopen. Als werkers de benodigde vaardigheden hebben, kunnen ze in hun werk evolueren of zich sneller aan de veranderende behoeften aanpassen.
  • In alle landen doen beter opgeleide werkers werk van betere kwaliteit dan mensen die minder hoog opgeleid zijn. Hierbij geldt echter dat landen die meer deelnemen aan de wereldwijde waardeketen een groter verschil in werkkwaliteit vertonen tussen hoog opgeleide en minder hoog opgeleide werkers.
  • Te veel volwassenen beschikken niet over de vaardigheden die nodig zijn om de globalisatie‑uitdagingen het hoofd te bieden. Ruim 200 miljoen volwassenen in alle OESO‑landen (ca. één op de vier) hebben moeite met lezen of rekenen en 60% daarvan heeft moeite met allebei.

De vaardigheden hebben de wereldwijde integratie van de landen op verschillende wijze gevolgd

Landen moeten in vaardigheden investeren, niet alleen om individuen te helpen met het vinden van werk en hen te beschermen tegen het risico van werkloosheid en van werk van slechte kwaliteit, maar ook om het internationale concurrentievermogen en de economische vooruitgang in een sterk onderling verbonden wereld te stimuleren.

  • De afgelopen 15 jaar hebben Korea en Polen hun deelname aan wereldwijde waardeketens en hun specialisatie in technologisch geavanceerde industrieën versterkt, ook al waren hun startpunten heel verschillend. Ze hebben de vaardigheden van hun bevolkingen verbeterd en economische en sociale vooruitgang geboekt. Ze hebben van de wereldwijde waardeketens geprofiteerd.
  • Chili en Turkije hebben ook hun deelname aan de wereldwijde waardeketens aanzienlijk versterkt. Ze hebben de vereiste vaardigheden ontwikkeld om de uitdagingen van deze wereldwijde waardeketens het hoofd te kunnen bieden. Daardoor is de werkgelegenheid in die landen uitstekend. Hun vaardigheden zijn echter onvoldoende uitgelijnd met de vereisten van technolgisch geavanceerde industrieën en dat verklaart deels de lage specialisatie in deze industrieën.
  • Duitsland en de Verenigde Staten hebben ook hun deelname aan de wereldwijde waardeketens aanzienlijk versterkt. De vaardigheden van de bevolking in Duitsland lijken de industriële specialisatiepatronen in dit land te ondersteunen, terwijl dat in de Verenigde Staten veel minder het geval is.
  • Sommige landen, zoals Griekenland en tot op zekere hoogte België, zijn slecht in de wereldwijde waardeketens geïntegreerd en hebben de vaardigheden van hun bevolking niet sterk verbeterd. Daardoor hebben deze landen niet geprofiteerd van de wereldwijde waardeketens als een bron van economische groei.

Implicaties voor beleidsbepalingen inzake vaardigheden

Willen landen profiteren van de voordelen van wereldwijde waardeketens, dan moeten ze investeren in onderwijs en training. Ze moeten de vaardigheden beter inzetten en ze moeten de beleidsbepalingen inzake vaardigheden beter coördineren, van het onderwijs‑ en migratiebeleid tot aan de werkgelegenheidsbescherming. Deze beleidsbepalingen moeten met het industriële en handelsbeleid worden uitgelijnd.

Geef studenten betrouwbare kwalificaties en een goede combinatie van relevante vaardigheden

Van kleuterschool tot volwassenenonderwijs dienen de opleidings‑ en trainingsystemen de studenten uit te rusten met een goede combinatie van vaardigheden. Hiervoor is een goede focus op cognitieve vaardigheden nodig en de ontwikkeling van innovatieve onderwijsstrategieën, flexibiliteit bij de keuze van onderwerpen en een goed ontworpen onderricht van ondernemerschap.

De landen kunnen hun vaardigheidskenmerken beter uitlijnen met de vereiste vaardigheden in de industrie door een hoogwaardige professionele en beroepsopleiding en training, inclusief goede praktische vaardigheden. De specifieke beleidsbepalingen moeten gericht zijn op een nauwere samenwerking met de privésector, met hogere onderwijs‑ en onderzoeksinstellingen.

Obstakels voor verdere vaardigheidsontwikkeling verwijderen

Volwassenen dienen hun vaardigheden voortdurend te ontwikkelen en aan te passen. Daarom moeten de landen alle obstakels voor verdere vaardigheidsontwikkeling verwijderen, vooral voor volwassenen die niet over goede vaardigheden beschikken. Overheden, werkgevers, vakbonden en onderwijs‑ en trainingsleveranciers moeten samenwerken om flexibele praktische trainingskansen te ontwikkelen, de toegang tot formeel onderwijs voor volwassenen te verbeteren en het voor werkers eenvoudiger te maken om werk en training met elkaar te combineren. Een grotere erkenning van de vaardigheden die op informele wijze zijn vergaard, helpt werkers bij het verkrijgen van meer kwalificaties, zodat ze hun loopbaan aan de veranderende behoeften kunnen aanpassen.

Effectiever gebruik van vaardigheden

Vaardigheden stellen landen in staat goed in wereldwijde waardeketens te presteren, maar dan alleen als mensen in bedrijven en industrieën werkzaam zijn die hun vaardigheden optimaal inzetten. Landen moeten ervoor zorgen dat mensen eenvoudig werk kunnen krijgen waarin hun vaardigheden goed worden gebruikt, terwijl ze bedrijven flexibiliteit bieden en baanzekerheid aan de werkers. Landen moeten de ontwikkeling van effectieve managementprocedures stimuleren, een goede wetgeving ontwerpen ter bescherming van de werkers en de anticoncurrentiebepalingen van werkgevers zo aansturen dat de expertise en kennis effectiever in de hele economie ingezet kunnen worden.

De internationale samenwerking inzake het vaardigheidsbeleid verbeteren

Landen moeten niet met elkaar concurreren om talent aan te trekken. Ze moeten samenwerken aan het ontwerp van onderwijs‑ en trainingsprogramma's. Een dergelijke samenwerking garandeert kwaliteit en handhaaft de kennis en vaardigheden die de landen nodig hebben voor succes in de wereldwijde waardeketens. Ze kunnen ook de vaardigheden in opkomende landen verbeteren en de erkenning van deze vaardigheden door andere landen stimuleren. De landen moeten financieringsregelingen overwegen die een betere weergave zijn van de verdeling van de voordelen en de kosten over de landen in een wereld waarin zowel onderwijs als de productieprocessen grensoverschrijdend zijn.

© OECD

Deze samenvatting is geen officiële OESO-vertaling.

Reproductie van deze samenvatting is toegestaan, mits het OESO-copyright en de titel van de oorspronkelijke publicatie worden vermeld.

Meertalige samenvattingen zijn vertaalde uittreksels van OESO-publicaties die oorspronkelijk in het Engels en Frans zijn gepubliceerd.

OECD

Read the complete English version on OECD iLibrary!

© OECD (2017), OECD Skills Outlook 2017: Skills and Global Value Chains, OECD Publishing.
doi: 10.1787/9789264273351-en

This is a required field
Please enter a valid email address
Approval was a Success
Invalid data
An Error Occurred
Approval was partially successful, following selected items could not be processed due to error