1887

OECD Multilingual Summaries

OECD Regions and Cities at a Glance 2018

Summary in Dutch

Cover
Read the full book on:
10.1787/reg_cit_glance-2018-en

OESO Regio’s en Steden Overzicht 2018

Samenvatting in het Nederlands

Het toenemende economische herstel na de wereldwijde financiële crisis gaat gepaard met een duidelijke afname van de interne economische verschillen in de landen zelf. Van 2000 tot 2007 waren de interne regionale verschillen in de landen toegenomen. Tegelijkertijd waren opkomende landen bezig met een economische inhaalslag. Dit resulteerde aan het begin van de wereldwijde financiële crisis in een situatie waarin de interne verschillen in de landen zelf groter waren dan die tussen de landen onderling. Deze trend is sinds 2011 omgekeerd, waarbij de interne verschillen flink zijn afgenomen, met name in de afgelopen paar jaar. Deze omkering vond als eerste plaats in niet‑Europese landen en heeft zich slechts onlangs naar Europa verspreid, waar het economische herstel was vertraagd. Ondanks deze positieve verbeteringen, zijn de regionale verschillen in meerdere opzichten nog steeds groot.

Tijdens deze fasen zijn hoofdsteden en grootstedelijke gebieden (stedelijke agglomeraties met minstens 500.000 inwoners) zeer aantrekkelijk gebleven voor zowel bedrijven als mensen. De bevolking van grootstedelijke gebieden is elk jaar sinds 2000 met 0,75% toegenomen en vertegenwoordigt ongeveer 60% van het bbp. Deze gebieden hebben een hoger percentage migranten en zijn innovatiever, en er worden ook meer nieuwe bedrijven gecreëerd.

Ook al hebben we recentelijk gezien dat de verschillen tussen de regio's afnemen, toch worstelen veel regio’s die in 2000 een achterstand hadden nog steeds om het niveau van de meer welvarende gebieden in hetzelfde land te behalen. De meest productieve regio van een OESO‑land is bijvoorbeeld gemiddeld tweemaal productiever dan de minst productieve regio en de verschillen in werkgelegenheid zijn daardoor ook nog steeds groot. Een ander probleem is dat gezien de afgenomen investeringen door lagere overheden, het vermogen van veel regio’s om een goede infrastructuur en openbare diensten te handhaven steeds verder wordt aangetast.

Dit rapport biedt een uitgebreide evaluatie van de manier waarop regio's en steden sterkere economieën ontwikkelen met een hogere levenskwaliteit voor hun inwoners en een meer inclusieve samenleving. Het rapport vergelijkt de trends in ruimtelijke productiviteit, economische groei, ondernemerschap en welzijn in regio's en steden in de OESO en in specifieke landen die geen lid van de OESO zijn. Er wordt bij het onderzoek naar verschillende aspecten van het welzijn op regionaal niveau speciale nadruk gelegd op ruimtelijke ongelijkheid, zoals de verschillen in inkomen en kansen, de integratie van migranten in de OESO‑regio's en de genderkloof.

Belangrijkste bevindingen

De regionale economische verschillen in OESO‑landen worden eindelijk kleiner, maar zijn nog steeds groot.

De economische verschillen tussen de regio’s binnen een land worden eindelijk kleiner. De verschillen zijn echter nog steeds vrij groot en in verschillende landen doen zich verschillende trends voor. Sinds 2000 zijn de economische verschillen tussen de regio's in de helft van de OESO‑landen stabiel gebleven of kleiner geworden. In de andere helft zijn deze verschillen juist groter geworden. In Chili, Mexico en Nieuw‑Zeeland zijn de regionale economische verschillen bijvoorbeeld aanzienlijk afgenomen. De verschillen in landen die het hardst door de wereldwijde financiële crisis zijn geraakt (zoals landen in Zuid‑Europa en Ierland) zijn echter toegenomen. De laatste paar jaar beginnen deze verschillen weer af te nemen.

Onlangs heeft het OESO‑onderzoek de redenen gevonden voor de contrasterende trends in de interne ruimtelijke productiviteit van landen. Gemiddeld hebben regio's met een grotere specialisatie in de verhandelbare sector (met een hogere blootstelling aan de internationale concurrentie) of in de buurt van een stad, hun achterstand met de meest welvarende regio's in hetzelfde land sneller ingehaald. Sinds 2010 hebben plattelandsgebieden dichtbij een stad bijvoorbeeld de productiviteitskloof met stedelijke gebieden met 3 procent teruggebracht.

Bovendien is het economische belang van de hoofdstedelijke regio’s de afgelopen twintig jaar toegenomen. Aangezien hoofdsteden de centra van ondernemerschap en innovatie zijn, worden in deze steden 60% meer bedrijven opgericht en banen gecreëerd.

Allerlei aspecten van de levenskwaliteit zijn nagenoeg overal verbeterd, maar inkomens en werkgelegenheid zijn nog steeds het grootst in grote steden en bepaalde regio's.

In de meeste regio's zijn verschillende welzijnsfactoren sinds 2000 verbeterd, wat een bijdrage heeft geleverd tot een reductie van de regionale verschillen. Dit geldt voornamelijk voor onderwijsresultaten, levensverwachting en veiligheid. Materiële factoren, zoals banen en inkomens zijn echter niet overal beter geworden. Het vinden van een baan is in bepaalde regio’s nog steeds een stuk moeilijker. Jonge volwassenen lijden hier het meeste onder, met jeugdwerkloosheid nog steeds boven de 50% in sommige regio's, zoals Epirus in Griekenland en Calabrië in Italië.

Problemen op de arbeidsmarkt zijn direct van invloed op de inkomenskansen. Voor mensen in grootstedelijke gebieden is het inkomensniveau 21% hoger dan voor de mensen die elders wonen; de huizenprijzen liggen gewoonlijk echter ook een stuk hoger in de grotere woongebieden. Huishoudens besteden bijvoorbeeld gemiddeld rond 20% van hun inkomen aan huisvesting, maar soms kan dat oplopen tot nagenoeg 40%, zoals in Oslo in Noorwegen.

Voor inclusieve groei moeten de verschillen in alle ruimtelijke factoren worden aangepakt.

De verschillende regio's en steden verschillen niet alleen extern, maar ook intern. Door grote verschillen worden mensen buitengesloten van het arbeidsaandeel en daardoor dus ook van de voordelen van economische groei. Dit is een kwalijke zaak voor de socio‑economische duurzaamheid op de lange termijn. In grootstedelijke gebieden bestaan zeer grote verschillen tussen wijken. De meest welvarende huishoudens bevinden zich in meer geïsoleerde buurten dan andere inkomensgroepen. Voor meer inclusieve groei is het van essentieel belang dat alle mensen toegang krijgen tot kansen, banen en diensten. De toegang tot diensten kan bijvoorbeeld heel verschillend zijn, zelfs in hetzelfde grootstedelijke gebied. Ongeveer 87% van de bewoners van centrale en dichtbevolkte buurten bevinden zich op 30 minuten rijden van een ziekenhuis, vergeleken met slechts 57% van de bewoners van stedelijke gebieden die minder centraal zijn gelegen.

Stimulering van alle mensen aan de deelname aan de economische groei is belangrijk om de vooruitgang gelijkmatig te verdelen. Ook al is de genderkloof op de arbeidsmarkt sinds 2000 enigszins afgenomen, toch is het aantal vrouwen dat werk heeft in bepaalde regio’s van Mexico, Turkije, Chili, Italië en Griekenland 20 procent lager dan het aantal mannen. Onder migranten in de OESO‑regio’s is de arbeidsparticipatie van vrouwen 15 procent lager dan die van mannen. Gezien het feit dat een groot deel van de ongelijkheid op lokaal niveau ontstaat, spelen lagere overheden een belangrijke rol in de bevordering van inclusieve groei, vooral gezien hun verantwoordelijkheid voor onderwijs, gezondheid en andere sociale diensten.

© OECD

Deze samenvatting is geen officiële OESO-vertaling.

Reproductie van deze samenvatting is toegestaan, mits het OESO-copyright en de titel van de oorspronkelijke publicatie worden vermeld.

Meertalige samenvattingen zijn vertaalde uittreksels van OESO-publicaties die oorspronkelijk in het Engels en Frans zijn gepubliceerd.

OECD

Read the complete English version on OECD iLibrary!

© OECD (2018), OECD Regions and Cities at a Glance 2018, OECD Publishing.
doi: 10.1787/reg_cit_glance-2018-en

This is a required field
Please enter a valid email address
Approval was a Success
Invalid data
An Error Occurred
Approval was partially successful, following selected items could not be processed due to error