... your login credentials do not authorize you to access this content in the selected format. Access to this content in this format requires a current subscription or a prior purchase. Please select the WEB or READ option instead (if available). Or consider purchasing the publication.
Arbeidsmarkt in de OESO‑landen nog niet volledig hersteld
Ondanks de toename van het aantal banen, is het werkloosheidscijfer in veel OESO‑landen
nog steeds een stuk hoger dan voor de crisis. Naar verwachting zal de werkloosheid
gedurende de rest van 2014 en in 2015 op matig tempo afnemen. De ongewijzigd hoge
werkloosheid heeft in sommige landen geleid tot een toename van de structurele werkloosheid,
die niet automatisch verholpen zal worden door een herstel van de economische groei,
omdat de gevolgen een verlies van het menselijk kapitaal zijn en van de motivatie
om werk te vinden, met name onder langdurig werklozen. In de OESO in zijn geheel
waren gedurende het laatste kwartaal van 2013 17,2 miljoen mensen, ofwel een derde
van alle werklozen, 12 maanden of langer werkloos, en dat is het dubbele van het aantal
in 2007. Gezien deze ontwikkelingen is een stimulatie van de vraag een belangrijke
doelstelling voor het overheidsbeleid als het herstel minder sterk is geweest, samen
met versterkte maatregelen om de structurele werkloosheid te bestrijden. Er moet prioriteit
worden gegeven aan tewerkstellings‑ en trainingsmaatregelen voor langdurig werklozen,
die gewoonlijk aanzienlijke belemmeringen moeten overbruggen om werk te vinden en
het meest geneigd zijn de arbeidsmarkt te verlaten.
Stijging van de nettolonen is sterk afgenomen
Veel van de mensen die hun baan hebben behouden, hebben gemerkt dat hun nettoloon
langzamer is gegroeid of zelfs is afgenomen als gevolg van de crisis. De gestage stijging
van de werkloosheid in veel OESO‑landen heeft een zware neerwaartse druk op de groei
van de nettolonen gezet. Dit heeft ervoor gezorgd dat de arbeidskosten niet te sterk
zijn gestegen, zodat enkele landen een betere concurrentiepositie hebben, vooral in
de eurozone. Een verdere aanpassing van het loon, vooral gezien de lage inflatie,
is alleen mogelijk met pijnlijke salarisverlagingen waardoor het aantal werkende arme
mensen waarschijnlijk zal toenemen. Er zijn diverse beleidsbepalingen nodig om het
concurrentievermogen, de groei en het scheppen van arbeidsplaatsen te stimuleren.
Naast goede macro‑economische beleidsbepalingen voor een sneller herstel kan men hierbij
denken aan de volgende: hervormingen om de concurrentie op de markt voor goederen
en diensten te versterken; verschuiving van ontslagen werknemers naar nieuwe bedrijfsactiviteiten;
en verbetering van de lonen van laagbetaalde arbeidskrachten.
Stimulatie van een betere arbeidskwaliteit
De prestatie van de arbeidsmarkt dient beoordeeld te worden op het aantal en de kwaliteit
van het banenaanbod. De beleidsbepalingen moeten meer en betere banen stimuleren.
Er is een nieuw conceptueel en operationeel raamwerk ontwikkeld om de arbeidskwaliteit
op drie vlakken te meten: het niveau en de distributie van het inkomen; de zekerheid
van de arbeidsmarkt; en de kwaliteit van de werkomgeving. In de verschillende landen
bestaan op deze vlakken grote verschillen, maar het lijkt er niet op dat het aantal
banen ten koste gaat van de arbeidskwaliteit: sommige landen doen het op beide vlakken
uitstekend. In de verschillende landen bestaan ook grote verschillen in de arbeidskwaliteit
tussen de socio‑economische groepen onderling. Jongeren, laaggeschoolde arbeidskrachten
en mensen met tijdelijke banen hebben het hard te verduren. Hoogopgeleide arbeidskrachten
hebben niet alleen toegang tot meer banen, maar ook tot de banen van de hoogste kwaliteit.
De distributie van het inkomen hangt af van de rol die groeistimulerende beleidsbepalingen
spelen, de toegankelijkheid en kwaliteit van het onderwijs, de aard van de instellingen
die de lonen bepalen (bijv. minimumloon, collectieve onderhandelingen), en het ontwerp
van het belastingstelsel en de secundaire voorwaarden. De zekerheid van de arbeidsmarkt
wordt bepaald door drie factoren: bescherming van de werkgelegenheid, compensatiesystemen
voor werkloosheid (werkloosheidsuitkeringen en ontslagpremies) en de actieve beleidsbepalingen
voor de arbeidsmarkt. De kwaliteit van de werkomgeving wordt niet alleen bepaald door
de effectiviteit van de reguleringen inzake gezondheid en veiligheid op het werk om
door het werk veroorzaakte gezondheidsproblemen te voorkomen, maar ook door de sociale
dialoog en de mate van sociale verantwoordelijkheid van de werkgever.
Overmatige afhankelijkheid van tijdelijk werk is schadelijk voor individuen en voor
de economie
Onregelmatige tewerkstelling, ofwel alle mogelijke soorten werk zonder een vaste of
onbeperkte arbeidsovereenkomst, bieden bedrijven de flexibiliteit om hun personeelsbezetting
aan de economische omstandigheden aan te passen. Dergelijk werk is vaak ook een vrijwillige
keuze voor mensen die de voorkeur geven aan de flexibiliteit die met dergelijk werk
gepaard gaat. Maar een overmatige afhankelijkheid van onregelmatig werk heeft een
negatief effect op de kansgelijkheid en efficiëntie. Mensen met onregelmatig werk
hebben vaak te maken met een grotere mate van arbeidsonzekerheid dan werknemers met
een reguliere arbeidsovereenkomst. En bedrijven hebben de neiging minder in onregelmatige
arbeidskrachten te investeren, wat negatieve gevolgen heeft voor hun productiviteit
en de ontwikkeling van het menselijke kapitaal. Gedurende de twintig jaar voorafgaand
aan de wereldwijde financiële crisis is het aantal onregelmatige banen in veel landen
toegenomen, omdat overheden de flexibiliteit op de arbeidsmarkt wilden stimuleren
door de regels inzake niet‑reguliere arbeidsovereenkomsten te versoepelen, terwijl
de striktere voorwaarden voor reguliere arbeidsovereenkomsten werden gehandhaafd.
Beleidsbepalingen die het verschil tussen reguliere en niet‑reguliere arbeidsovereenkomsten
reduceren, omvatten een striktere regulering van het gebruik van uitzendkrachten,
met een versoepeling van de reguleringen inzake ontslag van vaste krachten. Bovendien
kunnen de beëindigingskosten van arbeidsovereenkomsten uitgelijnd worden door een
enkel of gelijkgestelde arbeidsovereenkomst te introduceren. Elk van deze opties gaat
met verschillende toepassingsproblemen gepaard, zodat de aanvullende hervormingen
effectief moeten zijn.
Zowel kwalificaties als vaardigheden zijn belangrijk voor de arbeidsmarkt van vandaag
en morgen
Het internationale onderzoek van de OESO naar vaardigheden van volwassenen biedt nieuw
inzicht in de bijdrage die onderwijskwalificaties en verschillende vaardigheden leveren
voor de twee belangrijkste arbeidsmarktfactoren voor jonge mensen van 16 tot 29: het
risico van geen scholing, geen werk en geen stage, en indien wel in werk, het uurloon.
De bevindingen onderstrepen het belang van goed hoger onderwijs, maar ook een verbetering
van de lees‑ en schrijfvaardigheid, het vermogen om te rekenen en vaardigheden bij
het oplossen van problemen, evenals een verbetering van de informatie die jonge mensen
ter beschikking staat voordat ze een studierichting kiezen. Werkervaring heeft ook
een positief effect op het beginsalaris en op de algemene vaardigheden. Desondanks
combineren slechts weinig jonge mensen werk met studie. De meeste jonge mensen die
werken, doen dit buiten de formele onderwijsprogramma's om, met werkervaring zoals
beroepsonderwijs of leerlingplaatsen. Dit suggereert dat studenten niet alleen een
beter begrip moeten krijgen van de arbeidsmarkt via meer beroepsonderwijs en leerlingplaatsen,
maar dat alle studenten meer kansen moeten krijgen om werkervaring op te doen. Denk
hierbij aan de verwijdering van hindernissen voor bedrijven om deeltijdwerkers aan
te nemen en mogelijk ook belastingvoordelen voor studenten die een bepaald maximumaantal
uren werken.
Deze samenvatting is geen officiële OESO-vertaling.
Reproductie van deze samenvatting is toegestaan, mits het OESO-copyright en de titel
van de oorspronkelijke publicatie worden
vermeld.
Meertalige samenvattingen zijn vertaalde uittreksels van OESO-publicaties die oorspronkelijk
in het Engels en
Frans zijn gepubliceerd.
Deze zijn gratis te verkrijgen via de Online Bookshop van de OESOwww.oecd.org/bookshop
Neem voor meer informatie contact op met de eenheid OECD Rights and Translation, Public
Affairs and Communications Directorate
op, [email protected] of per fax: +33 (0)1 45 24 99 30.
OECD Rights and Translation unit (PAC) 2 rue André-Pascal, 75116 Paris, France