1887

OECD Multilingual Summaries

Government at a Glance 2017

Summary in Dutch

Cover
Read the full book on:
10.1787/gov_glance-2017-en

Bestuur in een Oogopslag 2017

Samenvatting in het Nederlands

De economische groei neemt in de OESO‑zone langzaam toe, maar het anti‑globaliseringsgevoel is een feit en moet door de overheid worden aangepakt. Het vertrouwen in overheidsinstellingen is laag en de veronderstelling dat het openbare beleid alleen de belangen van specifieke groeperingen dient, is sterk toegenomen. Door de kortere economische cycli, de technologische veranderingen en de ontregelende innovaties worden hervormingen van de nationale arbeidsmarkten en socialezekerheidsstelsels vereist, terwijl voor klimaatverandering, belastingontduiking en terrorisme een gezamenlijke wereldwijde respons moet komen. De politieke polarisatie en het algemene wantrouwen in openbare instellingen maken het succes van hervormingen minder voorspelbaar. Versterking van de integriteit van overheidsinstellingen en verkozen functionarissen, een voortgaande dialoog met de burgers via een open en participatief beleidvormingsproces en verbetering van de capaciteit van de overheid om de beste beleidsbepalingen uit alle opties te kiezen, zijn allemaal van groot belang om de overheid en de burgers weer op elkaar aan te sluiten met het oog op een meer inclusieve en duurzame groei. Bestuur in een Oogopslag 2017 levert het bewijs voor dergelijke openbare bestuurshervormingen.

Fiscale stabilisering gaat door, maar staatsschulden blijven hoog en de overheidsinvesteringen zijn gedaald

  • In 2015 was het gemiddelde begrotingstekort in alle OESO‑landen ‑2,8% van het BBP, vergeleken met ‑8,4% in 2009, dankzij het feit dat de landen na de financiële crisis hun overheidsfinanciën hebben gestabiliseerd.
  • Het structurele evenwicht is verbeterd van ‑6,3% van het potentiële BBP in 2009 tot ‑2,4% in 2015 in de OESO‑zone, en dit is een herstel van de trends op de lange termijn.
  • De gemiddelde bruto overheidsschuld in 2015 was 112% van het BBP in de OESO‑landen, waarbij de schuldenlast in elf landen gelijk aan of hoger was dan het bruto binnenlands product.
  • De overheidsinvesteringen waren gemiddeld 3,2% van het BBP in 2015, variërend van 6,7% in Hongarije tot 1,5% in Israël. Dit is lager dan het gemiddelde van 4,1% in 2009, toen budgettaire expansies werden geïntroduceerd. Eenderde van de overheidsinvesteringen is gericht op economische zaken, vooral transport, gevolgd door defensie (15,2%).

Overheidsuitgaven aan gezondheidszorg en sociale bescherming zijn toegenomen

  • Van 2007 tot 2015 zijn de overheidsuitgaven in de OESO‑landen het sterkst gestegen voor sociale zekerheid (2,6%) en gezondheidszorg (1,7%).
  • Aangezien eenderde van de uitgaven voor overheidsopdrachten gericht zijn op de gezondheidszorg, is een verbetering van de transparantie en efficiëntie in de openbare aankoop van farmaceutische producten en medische technologie en verbruiksgoederen van cruciaal belang voor een betere gezondheidszorg tegen lagere kosten.

De gemiddelde overheidswerkgelegenheid is stabiel, maar er zijn grote verschillen tussen de landen

  • Ook al hebben veel OESO‑landen melding gemaakt van aanzienlijke reducties van het aantal ambtenaren als gevolg van de bezuinigingsmaatregelen na de crisis, is de algemene overheidswerkgelegenheid als percentage van de totale werkgelegenheid in alle OESO‑landen van 2007 tot 2015 iets gestegen, van 17,9% naar 18,1%.
  • Dit gemiddelde verbergt grote verschillen tussen landen. In het Verenigd Koninkrijk en in Israël is de overheidswerkgelegenheid qua percentage van de totale werkgelegenheid van 2007 tot 2015 het meeste gedaald (ruim 2,5%). In Tsjechië, Estland, Hongarije, Slovenië en Spanje is de overheidswerkgelegenheid in diezelfde periode echter 2% en meer toegenomen.
  • Bovendien verbergt deze verhouding (tussen de overheidswerkgelegenheid en de totale werkgelegenheid) de veranderingen van de absolute overheidswerkgelegenheid. Van 2014 tot 2015 is de algemene overheidswerkgelegenheid in Turkije met 3,9% toegenomen, terwijl dit cijfer in Nederland ruim 3,6% is gedaald. Deze veranderingen zijn niet zichtbaar in de verhouding, omdat de overheidswerkgelegenheid evenveel is veranderd als de totale werkgelegenheid.
  • Gemiddeld verdienen D1 (top level) managers 27% meer dan D2 managers, 72% meer dan middle (D3) managers, ruim tweemaal meer dan D4 managers en 2,6 maal meer dan senior professionals. Dit suggereert dat de beloning voor leidinggevende verantwoordelijkheden aanzienlijk hoger is dan voor technische specialisaties. Secretarissen verdienen gemiddeld vier keer minder dan D1 managers.

Vrouwen zijn ondervertegenwoordigd in de leiderschapsposities van de overheid

  • Gemiddeld is slechts 29% van de parlementariërs en slechts 28% van de regeringsministers in de OESO‑landen in 2017 vrouw.
  • Ook is het zo dat 58% van alle overheidswerknemers vrouw is, maar slechts 32% van de hoge functionarissen.
  • Gelijke vertegenwoordiging van vrouwen in het openbare leven en werkgelegenheid op alle niveaus vergroot het beschikbare talent dat een bijdrage kan leveren aan de bedrijfsprestaties.

Prestatietools en inzicht in gedragingen verbeteren de efficiëntie en effectiviteit van de publieke sector

  • Bijna alle landen hebben verplichte prestatiebeoordelingen voor het rijksoverheidspersoneel. Het blijft een uitdaging om de prestaties aan de beloning te koppelen. Het gebruik van prestatiegerelateerde beloningen is sinds 2010 stabiel gebleven.
  • In de OESO‑landen wordt steeds vaker uitgaventoetsing toegepast om de uitgaven beter te controleren en de prioritering te verbeteren. Tweeëntwintig OESO‑landen hebben van 2008 tot 2016 ten minste één uitgaventoetsing uitgevoerd, vergeleken met slechts vijf landen van 2000 tot 2007.
  • In veel OESO‑landen wordt meer gebruik gemaakt van inzicht in gedragingen om de uitvoering van het beleid te verbeteren. Dit inzicht kan voor allerlei aspecten van de beleidscyclus worden gebruikt, vooral voor het ontwerpen en evalueren van beleidsbepalingen.

Initiatieven voor openbaarheid van bestuur worden steeds populairder, maar er is meer evaluatie nodig

  • Steeds meer landen institutionaliseren de beginselen van openbaarheid van bestuur, zoals transparantie, verantwoording en participatie. Ongeveer de helft van de OESO‑landen (17 van de 35 landen) heeft een nationale strategie inzake openbaarheid van bestuur.
  • De meeste OESO‑landen hanteren een ‘standaard open’ beleid, waarbij alle overheidsdata openbaar is, tenzij er goede redenen bestaan om dat niet te doen.
  • De mate waarin de landen hergebruik van de data stimuleren buiten de overheid (zoals hackathons en co‑creatie evenementen) en binnen de overheid (via trainingen en informatiesessies) varieert echter sterk.
  • Weinig landen beoordelen of de initiatieven gericht op de openbaarheid van bestuur de gewenste resultaten hebben voor de economie, de maatschappij en de productiviteit of verantwoording van de publieke sector.

Er moet meer worden gedaan om het vertrouwen in de overheid te herstellen en de toegang tot diensten te waarborgen

  • Het vertrouwen in de overheid is nog steeds lager dan vóór de crisis. Gemiddeld had 42% van de burgers van de OESO‑landen in 2016 vertrouwen in hun nationale overheid, vergeleken met 45% vóór 2007.
  • Er bestaat nog steeds grote ongelijkheid onder bevolkingsgroepen bij de toegang, reactiesnelheid en kwaliteit van de dienstverlening. In alle OESO‑landen melden mensen met lage inkomens meer onvervulde medische behoeften dan mensen met hogere inkomens. Feit is ook dat sociaaleconomisch zwakkere studenten nagenoeg driemaal vaker dan kansrijke studenten er niet in slagen om het basisvaardigheidsniveau voor wetenschappen te bereiken.
  • Overheden moeten ook de opkomst van nieuwe vormen van ‘e‑uitsluiting’ tegengaan. Ook al maken steeds meer burgers gebruik van digitale kanalen om met de overheid te communiceren, toch bestaan er hardnekkige verschillen in het acceptatieniveau op basis van het genoten onderwijsniveau, het woongebied en de leeftijd.

© OECD

Deze samenvatting is geen officiële OESO-vertaling.

Reproductie van deze samenvatting is toegestaan, mits het OESO-copyright en de titel van de oorspronkelijke publicatie worden vermeld.

Meertalige samenvattingen zijn vertaalde uittreksels van OESO-publicaties die oorspronkelijk in het Engels en Frans zijn gepubliceerd.

OECD

Read the complete English version on OECD iLibrary!

© OECD (2017), Government at a Glance 2017, OECD Publishing.
doi: 10.1787/gov_glance-2017-en

This is a required field
Please enter a valid email address
Approval was a Success
Invalid data
An Error Occurred
Approval was partially successful, following selected items could not be processed due to error