1887

OECD Multilingual Summaries

Society at a Glance 2016

OECD Social Indicators

Summary in Dutch

Cover
Read the full book on:
10.1787/9789264261488-en

Maatschappij in een oogopslag 2016

Sociale OESO‑indicatoren

Samenvatting in het Nederlands

In 2015 bedroeg het aantal jongeren in de lidstaten van de OESO dat werkloos was en geen onderwijs of een beroepsopleiding volgde ("Not in Education, Employment or Training" ‑ NEET) vijftien procent – ongeveer 40 miljoen jongeren. Meer dan tweederde hiervan zocht niet actief naar werk. Het totale bruto inkomen dat NEET's in 2014 zouden hebben kunnen genereren wordt geschat tussen USD 360‑605 miljard, dat is 0,9‑1,5% van het BBP van de gehele OESO. Onzekerheid over werk en inkomen kan voorkomen dat jongeren andere traditionele markers van de volwassenheid bereiken, waardoor ze ontgoocheld en ontmoedigd raken. Het kan op lange termijn ook ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid, vruchtbaarheid en misdaad, en uiteindelijk de sociale cohesie in gevaar brengen. Jongeren aan verder onderwijs of aan werk helpen staat daarom bovenaan de beleidsagenda van de OESO, zoals blijkt uit het doel van de G20 om het aantal laaggeschoolde jongeren, NEET's of jongeren die werken in de informele sector voor 2025 met 15% te verminderen.

Sinds 2007 is een van de tien banen verloren gegaan.

Tussen 2007 en 2014 is bijna een van elke tien banen die werden gevuld door werknemers onder de 30 jaar verloren gegaan. In Spanje, Griekenland en Ierland is het aantal jongeren in loondienst gehalveerd. Vooral schoolverlaters op het niveau van het lager voortgezet onderwijs waren het slachtoffer van dit banenverlies. Hoewel sommige landen er in geslaagd zijn om de jeugdwerkgelegenheid terug te brengen tot het niveau van voor de crisis, was het herstel in veel landen te zwak om de vooruitzichten voor jongeren aanzienlijk te verbeteren.

Het beschikken over beperktere vaardigheden maakt jongeren extra kwetsbaar.

Meer dan 30% van alle NEET's bestaat uit jongeren met niet meer dan lager voortgezet onderwijs. Zij lopen drie keer zoveel kans om NEET te worden dan jongeren met een universitaire graad. Bij een laag opleidingsniveau gaat het niet alleen om officiële kwalificaties; jongeren met zwakke lees‑, schrijf‑ en rekenvaardigheden hebben meer kans om NEET te zijn, wat wijst op het belang van hoogwaardige alternatieve onderwijs‑ en opleidingstrajecten voor vroege schoolverlaters.

Jonge vrouwen zijn vaak NEET wegens zorgverantwoordelijkheden.

Vrouwen lopen meer risico om NEET te worden, vooral op een langdurige basis. Veel jonge vrouwen zorgen thuis voor kinderen en andere familieleden. Jonge vrouwen hebben daarom 1,4 keer zoveel kans om NEET te worden dan jonge mannen. Vooral alleenstaande ouders vinden het moeilijk om de zorg voor kinderen te combineren met werk of vervolgonderwijs. De beschikbaarheid van betaalbare kinderopvang is daarom van cruciaal belang voor het verbeteren van de arbeidsperspectieven van jonge vrouwen.

Sommige NEET's hebben bovendien te maken met nog andere nadelen.

Jongeren die al op diverse manieren achtergesteld zijn lopen vaak ook een hoog risico om NEET te worden. Jongeren die in het buitenland zijn geboren hebben 1,5 keer zoveel kans om NEET te worden dan autotochtone jongeren, in het bijzonder als ze de lokale taal niet spreken en laaggeschoold zijn. Jongeren met ouders die laaggeschoold zijn of die niet werken hebben zelf ook meer kans op werkloosheid of inactiviteit. Dit wijst op een intergenerationele overdracht van achterstand. Jongeren met een slechte gezondheid zijn eveneens oververtegenwoordigd onder de NEET's.

De meeste jongeren zijn nooit NEET, maar een vijfde is langdurig NEET.

Meer dan de helft van alle jongeren in een selectie van landen was nooit NEET over een periode van vier jaar. Voor anderen waren korte NEET‑perioden onderdeel van de succesvolle overgang van onderwijs naar werk. Een vijfde van alle jongeren waren meer dan een jaar NEET ‑ voor hen is werkloos zijn en geen opleiding volgen geen overgangsfase maar een blijvende toestand. Landen die zwaarder zijn getroffen door de crisis hebben meer langdurige NEET's; vrouwen, laaggeschoolden en jongeren met een slechte gezondheid lopen een groter risico om langdurig NEET te worden.

NEET's zijn minder gelukkig en hebben minder vertrouwen en politieke interesse

NEET zijn zal het geluk van jongeren waarschijnlijk beïnvloeden en kan hen het gevoel geven achtergesteld te zijn en hun sociale cohesie beïnvloeden. NEET‑jongeren zijn minder tevreden en hebben minder vertrouwen in anderen vergeleken met jongeren die niet NEET zijn. Zo hebben ook minder interesse in de politiek en zullen vaker menen dat de overheid ervoor verantwoordelijk is om voor burgers te zorgen.

Vangnetten zijn vaak minder effectief voor jongeren.

Schoolverlaters en jongeren met een fragmentarisch arbeidsverleden komen vaak niet in aanmerking voor sociale voorzieningen. Slechts 30% van alle werkloze jongeren ontvangt een werkloosheidsuitkering, terwijl meer dan 40% van alle werkzoekenden boven de 30 jaar hier wel voor in aanmerking komt. Sociale vangnetten zijn derhalve minder effectief voor de bestrijding van armoede onder jongeren: 40% van alle jongeren die inkomens beneden de armoedegrens zouden hebben, worden voor armoede behoedt door overheidsvoorzieningen, vergeleken met 50% van alle volwassen van 30 jaar en ouder. Ongeveer een van de acht jongeren leeft in armoede en er is meer armoede onder jongeren dan onder bejaarden.

Bestrijden van voortijdig schoolverlaten is essentieel

Het aantal jongeren in de OESO dat hun school verlaat zonder een diploma hoger voortgezet onderwijs is in de afgelopen 10 jaar gedaald. Niettemin heeft een van de zes personen van 25 tot 34 jaar geen diploma hoger voortgezet onderwijs, in het bijzonder jonge mannen. Er is uitgebreide ondersteuning nodig om ervoor te zorgen dat alle jongeren hun hoger voortgezet onderwijs voltooien: controleren op schoolverzuim om tekenen van vroegtijdig schoolverlaten op te merken; sociale of gezondheidsproblemen van leerlingen aanpakken; en naschoolse programma's aanbieden om leerlingen te betrekken en hun motivatie te versterken.

Hoogwaardig beroepsonderwijs en training kunnen helpen om de overgang van school naar werk te vergemakkelijken.

Beroepsonderwijs en training is een waardevol alternatief voor academisch onderwijs. Het bereidt jongeren voor op de arbeidsmarkt met als doel om aan te sluiten op de vaardigheidsbehoeften van werkgevers. De praktische trainingscomponent van beroepsonderwijs en training moet gebaseerd zijn op werk, bij voorkeur in de vorm van stageplaatsen om jongeren vroegtijdig op werkgevers af te stemmen. Zulke programma's kunnen met name aantrekkelijk en voordelig zijn voor jongeren die geen animo meer hebben om naar school te gaan. Programma's die aan stage vooraf gaan kunnen jongeren met zwakke lees‑, schrijf‑, reken‑ en sociale vaardigheden voorbereiden om te functioneren in een werkomgeving.

Er zijn zorgvuldig afgestemde programma's voor nodig om NEET's opnieuw te betrekken.

Openbare diensten dienen extra aandacht te schenken aan NEET's om langdurige inactiviteit te voorkomen. Arbeidsbemiddeling, sociale diensten en niet‑gouvernementele organisaties kunnen een centrale rol spelen bij het opnieuw bij de samenleving betrekken van deze jongeren. Nadat een jongere is ingeschreven kan uitgebreide profilering helpen om de ondersteuning geschikt voor het doel te maken en kan kosten besparen door ervoor te zorgen dat interventies gericht zijn op de juiste jongerengroep. Veel NEET's hebben mogelijk slechts een weinig hulp nodig om werk te vinden, terwijl succesvolle programma's voor jongeren met grote of meerdere barrières meestal intensief en kostbaar zijn. De meest veelbelovende programma's combineren onderwijs en praktijkopleidingen met begeleiding, psychologische ondersteuning en huisvesting. Sommige programma's zijn kosteneffectief gebleken door het inkomstenpotentieel te verhogen en crimineel gedrag te verminderen.

© OECD

Deze samenvatting is geen officiële OESO-vertaling.

Reproductie van deze samenvatting is toegestaan, mits het OESO-copyright en de titel van de oorspronkelijke publicatie worden vermeld.

Meertalige samenvattingen zijn vertaalde uittreksels van OESO-publicaties die oorspronkelijk in het Engels en Frans zijn gepubliceerd.

Deze zijn gratis te verkrijgen via de Online Bookshop van de OESO www.oecd.org/bookshop

Neem voor meer informatie contact op met de eenheid OECD Rights and Translation, Public Affairs and Communications Directorate op, [email protected] of per fax: +33 (0)1 45 24 99 30.

OECD Rights and Translation unit (PAC)
2 rue André-Pascal, 75116
Paris, France

Bezoek onze website www.oecd.org/rights

OECD

Read the complete English version on OECD iLibrary!

© OECD (2016), Society at a Glance 2016: OECD Social Indicators, OECD Publishing.
doi: 10.1787/9789264261488-en

This is a required field
Please enter a valid email address
Approval was a Success
Invalid data
An Error Occurred
Approval was partially successful, following selected items could not be processed due to error